Appel-pruimenchutney

Ingrediënten (voor 7-8 potjes)

• 450 gr lichtbruine basterdsuiker
• 900 gr pruimen, gehalveerd en ontpit
• 900 gr appels, geschild, klokhuis eruit en in stukjes gesneden
• 550 ml appelazijn of ciderazijn
• 450 gr uien, gehalveerd en in ringen gesneden
• 450 gr blanke rozijnen
• 2 theelepels (afgestreken) zout
• 1 theelepel hele kruidnagelen
• 1 theelepel pimentkorrels
• 1 theelepel zwarte peperkorrels
• 5 cm verse gemberwortel, geschild

Kneus de gemberwortel en doe hem in een buideltje van kaasdoek. Ik gebruik ook wel een thee-ei hiervoor.
Neem een grote pan en doe er de vruchten, azijn, uien, rozijnen, de kruiden en het zout in. Hang de gemberwortel in het mengsel (zonodig met een touwtje aan het handvat van de pan). Breng het allemaal aan de kook en laat het 30 minuten pruttelen tot het fruit zacht is.

Haal de pan van het vuur en gooi de gember weg. Roer er de suiker door en zet weer op een laag vuur. Blijf roeren tot de suiker helemaal is opgelost. Zorg dat het niet aanbrandt, een vlamverdeler kan helpen.

Kook het mengsel zachtjes tot het een stevige massa wordt en er nog nauwelijks vocht in de pan staat.

Giet/schep dan de chutney in de potjes, die op een theedoek staan. Deze potjes moeten echt goed schoon zijn, bv door uit te koken of in de afwasmachine op hoge temperatuur te wassen. Sluit de potjes, als ze gevuld zijn, meteen en zet ze een kwartiertje op z’n kop.

Na 6 weken is de chutney op volle smaak. Deze chutney kun je vele maanden bewaren.

Erg lekker op brood met kaas of bij een winterse maaltijd.