Piccalilly

Voor ca. 9 potten
Ingrediënten
500 g bloemkool, in roosjes van ½ cm
500 g sperziebonen, in stukjes van ½ cm
300 g pompoen, geschild, in blokjes van ½ cm
1 ¼ l milde witte wijnazijn van goede kwaliteit.
50 g gladde (dijon)mosterd
35 g verse gember, geraspt
3 el gembersiroop
3 el fijne kristalsuiker
30 g kerriepoeder
25 g kurkuma (geelwortel)
4 el maïzena
300 g Amsterdamse uitjes (inmaak, 1 pot), in partjes
500 g (± 2 stuks) komkommer, geschild, zaad verwijderd, in blokjes
Bereiden
Breng een hele grote pan met ruim water en 2-3 el zout aan de kook. Kook de bloemkool, sperziebonen en pompoen apart beetgaar. Giet af en laat uitlekken in een zeef.
Breng de witte wijnazijn met de mosterd, de gember, gembersiroop, suiker, kerrie en kurkuma aan de kook. Roer de maïzena in een kopje met 4 el koud water tot een glad papje. Roer het papje met een garde door het kruidenmengsel in de pan. Laat de kook er nog even overheen gaan, zodat het bindt.
Meng in een kom de uitjes, komkommer en de gekookte groenten met het kruidenmengsel. Breng indien nodig op smaak met peper en zout. Doe in goed schoongemaakte weckpotten en zet een week in de koeling alvorens het te gebruiken.
Ongeopend blijft de piccalilly zeker een half jaar goed. Geopend in de koelkast kun je piccalilly nog 2-3 weken bewaren.